Over judo
Judo is een van oorsprong Japanse vechtsport die rond 1882 is ontworpen door Jigoro Kano. Het woord betekent ‘zachte weg’, waarbij het woordje do (weg) verwant is aan tao en naast de betekenis ‘manier’ ook de connotatie heeft van ‘levenspad’. Een beoefenaar van het judo heet een judoka.
Judoka’s dragen een witte katoenen broek (zubon) en een jas (kimono) die door een band (obi) bijeen wordt gehouden. Het geheel noemt men een gi. Tijdens wedstrijden van hoog niveau, zoals de Nederlandse Kampioenschappen, draagt de ene judoka een wit pak en de andere judoka een blauw pak. Door dit onderscheid is deze dynamische sport beter te volgen voor het publiek en de scheidsrechters. Meisjes dragen een wit T-shirt onder de kimono. Judolessen vinden plaats in een dojo(=lesruimte) en beginnen in Vajrasana (geknielde houding).
Wedstrijden
In wedstrijden worden, naar een idee van de Nederlandse judoka Anton Geesink, ook wel een blauw en een wit judopak gebruikt omdat de scheidsrechter dan tijdens het gevecht beter kan zien welk lichaamsdeel bij welke sporter hoort. Bovendien is het op film en tv allemaal veel duidelijker. Bij kleine wedstrijden wordt een rode en een witte band gebruikt.
Het judoën wordt gedaan op een mat of tatami die enigszins meegeeft, zodat zelfs als men er krachtig op geworpen wordt er meestal geen letsel ontstaat. De techniek van het ‘breken’ (verzachten) van de val, van zowel het eigen lichaam als die van de tegenstander, is een belangrijk onderdeel van judo.
Doel van het spel is om de tegenstander in volle vaart plat op de rug te gooien. Als dit lukt, is het gevecht direct afgelopen. De scheidsrechter geeft hiervoor ippon. Ook een gevecht afmaken met een houdgreep (een controletechniek die je 20 seconden vast moet houden) levert een ippon en je tegenstander zich laten over geven (wat een judoka doet door af te kloppen) d.m.v. een armklem of verwurging levert een ippon op. Omdat dit doel heel moeilijk te verwezenlijken is, zijn er scores voor worpen die niet perfect lukken, of houdgrepen die korter duren dan 20 seconden.
Verloop van de wedstrijd Het gevecht vangt staande aan; de tegenstanders grijpen elkaar bij de jas, bij voorkeur een mouw en revers en proberen elkaar op de grond te werpen. De manier waarop de jas vastgepakt wordt, is erg belangrijk voor het gevecht en heel bepalend voor het verloop van de wedstrijd. Om een bepaalde worp perfect te kunnen maken, is een bepaalde ‘pakking’ nodig. Men vecht voor die pakking en probeert er tegelijk voor te zorgen dat de tegenstander zijn favoriete pakking niet kan maken. Als het goed is, ken je de specialiteit van je tegenstander. Het gevecht begint dus vaak met wat leken omschrijven als: dat gepluk.
Ook weet je van je tegenstander of je daarmee het grondgevecht wel aan moet gaan. Je weet dus of je een reële kans hebt om met een houdgreep, verwurging of armklem te winnen, of dat je meer kans hebt in het staande gevecht. Als je geen zin hebt in een grondgevecht, dan probeer je dit te voorkomen. Andersom zijn er ook technieken om zonder spectaculaire worp een grondgevecht aan te kunnen gaan. Voor publiek is dit gevecht minder spectaculair dan een staande partij en daarom wordt tegenwoordig het grondgevecht door de scheidsrechters veel sneller afgebroken dan een aantal jaar geleden. De meeste partijen worden derhalve staande beslist.
Judo is wereldwijd
Judo wordt over de gehele wereld beoefend door jonge en oude judoka’s en maakt deel uit van het olympisch programma. De meeste judoka’s nemen nooit deel aan officiële wedstrijden en maken die alleen onderling tijdens de trainingen. Gehandicapte sporters zijn geïntegreerd, maar hebben wel hun eigen wedstrijdkalender.
De pedagogische waarden van het recreatief judo zijn aangetoond. Ook voor mensen met beperkingen kan het judo van waarde zijn. Een positieve effect is aangetoond voor (met name kinderen met) autisme en ADHD.
Jigoro Kano
Op 28 oktober 1860 werd Jigoro Kano geboren. Rond 1880 zocht Jigoro Kano de beste zelfverdediging methode. Hij bestudeerde verschillende bestaande gevechtssporten, waaronder ook het jiu jitsu (= zelfverdediging). Iedere school had zijn eigen methoden.
Kano ontdekte dat de meeste methoden te veel gericht waren op het volledig uitschakelen van de tegenstander. Uiteindelijk kwam hij tot zijn eigen systeem dat hij judo noemde, wat de zachte weg betekent. Hij koos deze naam om een duidelijk onderscheid te maken met het harde jiu jitsu.
Het hoofddoel van zijn judo was: samenwerken aan een harmonische ontwikkeling van geest en lichaam. In 1882 stichtte hij het Kodokan Judo Instituut te Tokio, wat nu nog de standaard is in Japan.
Na de tweede wereldoorlog raakte de sport judo populair, dankzij het feit dat deze gevechtssport erg geschikt was voor het leger en de politie. Wellicht gebeurde dit ten koste van de geestelijke vorming. Het klassieke judo – beoefend in de geschikte tempel of plaats (= de dojo) – werd aan het publiek voorgesteld met zowel technische – als ceremoniële beperkingen.
Op 4 mei 1938 overleed meester Jigoro Kano aan de gevolgen van een longontsteking.
Anton Geesink
Anton Geesink werd op 6 april 1934 in Utrecht geboren en is 27 augustus 2010 overleden en was een legende in het judo.
In 1964 wint Anton olympisch goud in Tokio in de ‘open categorie’. In de finale verslaat hij de japanner Kaminaga. Tot dan toe hebben de japanners de judosport gedomineerd. Na afloop van de gewonnen finale dwingt Anton respect af bij het treurende en stom geslagen thuispubliek door Nederlandse sporters en supporters, die hem willen feliciteren, van de heiligen judomat te weren. Het gebaar getuigde van onwaarschijnlijke koelheid waar euforie op zijn plaats leek.
Naast Olympisch kampioen is Anton Geesink ook meerder malen Nederlands, Europees en Wereldkampioen geworden in zijn carrière.
Als eerste Europeaan ontving Anton in 1986 de 9e dangraad. In oktober 1997 verkreeg hij de 10e Dan, waarmee hij een van de hoogst gegradueerde judoka’s ter wereld werd: hij was een van de achttien mensen aan wie tot nu toe de tiende dan werd toegekend, en een van de drie judoka’s buiten Japan met deze kwalificatie. De Wereldjudobond IJF nam hem in 2004 op in de Hall of Fame.
Geesink overleed op 27 augustus 2010 op 76-jarige leeftijd na een kortstondig ziekbed in een ziekenhuis in Utrecht.